Valt schade aan een pvc-vloerafwerking onder garantie?

  • Hot item bij klachtmeldingen:
De laatste tijd komen er bij Woningborg frequent meldingen binnen van schades aan pvc-vloerafwerkingen. Omdat deze vloerafwerkingen bijna altijd door derden na oplevering worden aangebracht in opdracht van koper  ontstaat bij schade een discussie tussen de applicateur-koper-ondernemer. Vervolgens wordt aan Woningborg gevraagd of het gebrek onder de garantieverplichtingen valt. In dit artikel wordt nadere informatie gegeven over dit gebrek, over de garantie en over preventieve maatregelen waarmee dit probleem kan worden beperkt of kan worden voorkomen.
 
  • Klachtomschrijving:
De klacht komt tot uiting in een soort blaasvorming in de pvc-laag. Veelal vormt deze een lijnvormig verloop en ontstaat er een zgn. “mollen- of slangengang”.  De opbolling heeft een relatie met enerzijds de werking van het vloerveld met scheurvorming in de onderlaag en anderzijds met opgesloten vocht onder de pvc-laag.
 
 
 
Opbouw van de constructie:
  • Vloersoorten:
De problemen komen voor bij alle soorten vloeren. Omdat er sprake is van opgesloten vocht en vochttransport in de vloeropbouw alsmede in combinatie met scheurvorming, kan het soort vloer wel van enige invloed zijn op de mate waarin dit probleem zich voordoet.  De aandacht dient zich specifiek te richten op de begane grondvloer aangezien deze zich veelal boven een kruipruimte bevindt en vanaf die zijde onderhevig is aan een bepaalde vochtbelasting (waterdamp). Vocht kan bij verdiepingsvloeren aan de onderzijde de vloer verlaten en deze wordt tevens veelal vanaf de onder- en bovenzijde opgewarmd.   
 
  • Kanalen in de constructievloer:
Indien kanalen in de vloer aanwezig zijn (bij zgn. kanaalplaatvloeren) is dit euvel extra kritisch, aangezien vochtige lucht vanuit de kruipruimte en/of vanuit de spouw in de kanalen kan komen en aldaar “opgesloten” zit en kan gaan condenseren. Er kan een proces optreden waardoor de vochtigheid in stand wordt gehouden.

  • Verwarmingssysteem:
Ook de aanwezigheid van een vloerverwarming die in werking is gesteld vergroot de kans op de aantasting van de pvc-vloerafwerkingen. Het aanwezige vocht zal door het opwarmen een transport omhoog maken, maar omdat de vloer aan de bovenzijde dampdicht is afgesloten middels de pvc, ontstaat er een aanzienlijke kracht omhoog die de pvc-laag plaatselijk losdrukt en aantast. Opwarmen voordat de toplaag wordt aangebracht kan een positief effect hebben, omdat er op dat moment eveneens een transport omhoog plaats vindt en het vocht aan de bovenzijde van het vloerveld de constructie kan verlaten.
 
  • Dichtgezette plaatnaden:
In heel veel situaties worden er systeemplaten toegepast als vloerveld. De naden tussen de platen vormen open verbindingen en deze worden al of niet opgevuld of vloeien dicht met het materiaal van de dekvloer. Dit voegmateriaal heeft een “eigen” samenstelling met een eventueel verhoogd vochtpercentage en kan een negatieve invloed hebben op het vochttransport omhoog. Daarnaast kan door werking van de vloerplaten het materiaal gaan scheuren of losdrukken. 
 
 
 
  • Vocht in de kruipruimte:
In zeer veel situaties worden er kruipruimten toegepast onder de begane grond vloer. Ook als er kruipruimteloos wordt gebouwd adviseert Woningborg om onder de begane grondvloer enige ruimte vrij te houden van de bodemafdekking. De ruimte onder de begane grondvloer is koud en vochtig. Er kan zelfs sprake zijn van enige plasvorming (grondwater of door toestroom oppervlaktewater). Voorschriftelijk is het toegestaan dat er enig water in de kruipruimte blijft staan. Er worden wel eisen gesteld aan de dampdichtheid van de vloer.  Garantie-technisch is water in de (kruip-)ruimte eveneens toegestaan, mits dit geen schadelijke gevolgen geeft zoals ongedierte, stankoverlast en/of optrekkend vocht in de woning.
Om die reden geldt er een functionele eis danwel een dringend advies om de kruipruimte adequaat te ventileren (uitgangspunt is 100 mm² per m).
Soms is er in de kruipruimte onder een woning drainage voorzien. Dergelijke drainage is uitgesloten van de garantie maar valt dan wel onder de contractuele verplichtingen als het in de overéénkomst zo is benoemd. De aanwezigheid van een goed functionerende drainage kan een positieve bijdrage leveren aan de vochthuishouding onder het vloerveld van de begane grondvloer.

Soort gebreken:
  • Opbolling:
Vanwege het vochttransport omhoog ontstaat er veelal plaatselijk een geconcentreerde vochtbelasting tegen de onderzijde van een pvc-vloer waardoor deze een opbolling (soms zelfs door osmose een vochtzwelling) te zien geeft.
Gezien het patroon van de schade wordt veelal gesproken van een mollen- of slangengang welke zicht- en voelbaar wordt.
 
 
  • Onthechting:
Ook onthechting van de verlijmde pvc-laag kan een probleem zijn dat te wijten is aan een normaal werkingsproces van de ondervloer dan wel door een zekere druk veroorzaakt door de dampspanning aan de onderzijde van de pvc-laag.

  • Scheurvorming:
Scheurvorming in de toegepaste dekvloer is een fenomeen dat inherent is aan de toegepaste materialen. Tijdens het verwerkingsproces (bouwuitvoering) wordt een behoorlijke hoeveelheid vocht toegevoegd aan de materialen van het vloerveld. Na uitvoering ontstaat een drogingsproces. Dat kan met een bepaalde snelheid optreden waardoor de materialen scheurvorming gaan vertonen. Daarnaast bestaat er een verhoogde kans dat dergelijke scheuren in de dekvloer optreden ter plaatse van de plaatnaden, o.a. door wisselende werking tussen de vloerplaten onderling.

Afhankelijk van het soort vloerafwerking kan dit scheurvorming opvangen of aan het zicht onttrekken. Harde, broze vloerafwerkingen kunnen die scheurvorming, welke dus als een normaal werkingsproces is aan te merken, als gevolg van kruip, krimp en zetting niet opvangen zonder dat dit uitmondt in een schadebeeld. Het advies is om bij de keuze van een vloerafwerking rekening te houden met dit normaal optredend werkingsproces en zo nodig schadebeperkende maatregelen te nemen (bijv. een krimpnet of de toepassing van kunststof vezels in de dekvloer). Kopers zouden, wetende welke vloerafwerking zij van plan zijn te gaan toepassen hiertoe tijdig een meerwerkverzoek aan de ondernemer kunnen doen. Aangezien een koper als leek wordt beschouwd is het advies aan ondernemers om kopers hierop attent te maken. 


                                                                                                                       
-  Scheuren zijn nooit 100% te voorkomen;
-  Krimpscheuren in de vorm van haarscheuren vallen niet onder de garantie;
-  Scheur in vloerveld doet geen afbreuk aan de eis van goed en deugdelijk werk als er geen materiaal afbrokkelt  
   en er geen wisseling aanwezig is in de oppervlaktelijn ter plaatse van beide plaatdelen naast de scheur.

Dampdichtheidseis:
  • Algemeen:
Voorschriftelijk geldt er een dampdichtheidseis voor de begane grondvloer. Met deze eis aan de vloer worden er in de bouwvoorschriften geen eisen meer gesteld aan de vochtigheid van de kruipruimte. Net zoals bij andere schadegevallen kan bij deze klachtbehandeling de aandacht enerzijds gericht zijn op het wegnemen van de bron (de oorzaak) en anderzijds op het beperken/voorkomen van de schadelijke effecten.  Voorschriftelijk mag er slechts een minimale dampdoorlaat door de vloer aanwezig zijn.  De ervaring leert dat de uitgevoerde vloerconstructies in de meeste gevallen hieraan niet voldoen.

  • In relatie tot randaansluitingen en doorvoeringen:
Het niet voldoen aan de dampdichtheidseis komt o.a. voort uit de aanwezigheid van cruciale aansluitingen, bijvoorbeeld ter plaatse van de opleggingen van de vloerplaten, de aansluiting tussen de platen onderling en bij de doorvoeringen voor leidingen e.d. Extra aandacht bij de uitvoering voor de afdichting ter plaatse van deze onderdelen is noodzakelijk.

  • In relatie tot plaatnaden:
Bij de plaatnaden hebben we niet enkel te maken met een “koude” aansluiting, maar deze zijn of bewust dichtgezet/opgevuld of ze zijn dicht gevloeid door het aanbrengen van het plastische materiaal voor de dekvloer. De vraag is altijd weer welke dampdichtheid deze aansluitingen hebben. Onvoldoende dichting leidt tot een lijnvormig damptransport met gevolgen voor de dampdichte pvc-afwerking.

  • Scheurvorming in dekvloeren:
Op het moment dat er sprake is van scheurvorming, hetgeen nagenoeg onvermijdelijk is, ontstaat er plaatselijk een dampopen situatie in het vloerveld. Op die plekken is er een verhoogde kans op schade aan de pvc-vloer.

 
Damptransport:
  • Omlaag:
Bij de bouw van de woning wordt veel vocht ingebracht in de materialen. Dit zal door droging uit het materiaal verdwijnen. Na bouwuitvoering treedt vocht uit de begane grondvloer. In principe vindt bouwfysisch gezien damptransport plaats, gericht van warm naar koud.
  • Omhoog:
Bij een open constructie zal vocht uittreden naar alle open zijden. In principe stijgt de damp op richting de koudere delen.
  • Invloed van verwarmingsleidingen:
Indien de verwarmingsleidingen in werking zijn zal de vochtuittreding versnellen.
Door bijvoorbeeld de vloerverwarming reeds in te schakelen voordat de dampdichte toplaag wordt aangebracht kan er vocht aan de bovenzijde uit de constructie treden. Door het opwarmen van de cementdekvloer ontstaat er een vochttransport omhoog. Het vochttransport is richting de koudere binnenruimte. Geadviseerd wordt wel om in die fase ook de binnenruimte op te warmen met bouwdrogers zodat het drogingsproces gecontroleerd maar wel geforceerd plaats vindt. Van belang is dat niet enkel de toplaag van de deklaag droog is maar dat ook het lager in de vloer aanwezige vocht uit het materiaal trekt.
Leek de dekvloer aanvankelijk droog dan kan toch de dekvloer door opwarming van aanwezig restvocht in de constructievloer en daardoor een damptransport omhoog weer een hoger vochtgehalte aannemen.

Waarborgen ter voorkoming van schades:
  • Meting vochtgehalte en vastlegging gegevens:
Van belang is dat voor het aanbrengen van een dampdichte toplaag of een toplaag welke gevoelig is voor vocht, het nog aanwezige vochtgehalte wordt gemeten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de applicateur welke zijn product op een gerede ondervloer aanbrengt. 
Verder is van belang wanneer er wordt gemeten, hoe frequent, op hoeveel plaatsen en op welke plaatsen.  De meetgegevens dienen in een rapportage te worden vastgelegd zodat deze later bij discussies altijd verifieerbaar zijn.
Bij oplevering is een vloer visueel droog. Er bestaat geen normering over het bij oplevering maximaal toegestane aanwezige vochtpercentage. Het toegestane vochtpercentage wordt gerelateerd aan de soort vloerafwerking.
Als na de eerste meting blijkt dat er een bepaald percentage vocht aanwezig is in de vloer kan globaal een vuistregel worden gehanteerd over de daling in de tijd gezien bij een geforceerde droging (1% daling per week). Ondanks deze vuistregel adviseren wij dringend om uiteindelijk na de ingezette drogingsperiode alsnog nieuwe metingen te doen zodat de exacte hoeveelheid aanwezige vocht vlak voor verwerking in beeld is.
 

  • Soort vochtmeting:
Zoals gesteld dient de meting een correcte weergave te geven van de hoeveelheid aanwezige vocht in de dekvloer. Om dat in beeld te brengen is het noodzakelijk een meting op basis van de Calcium-Carbidmethode toe te passen (CM-methode). Er wordt dringend afgeraden om zich te beperken tot een oppervlaktemeting middels voelers. De bovenste laag kan immers een voldoende droging te zien geven terwijl de onderste delen van de dekvloer (die soms 6-7 cm dik is) nog een te hoog vochtpercentage hebben.
  • Drogingstijd dekvloer:
Als vuistregel mag worden uitgegaan van een droging van 1% per week bij een geforceerde droging. Te allen tijde is het raadzaam om voor verwerking van de dampdichte afwerking een nieuwe meting uit te voeren.
  • Drogingstijd egalinelaag:
Omdat de vloer bij oplevering een bepaalde toegestane onvlakheid heeft zal bij bepaalde vloerafwerkingen eerst een egalinelaag worden aangebracht om e.e.a. uit te vlakken.  Deze egalinelaag bevat eveneens een bepaalde hoeveelheid vocht.
Deze is nodig voor de verwerking en als bindmiddel.
Visueel zal deze egaline binnen een beperkte tijd (bijv. 1 dag) droog zijn. Als de vloer niet voorbewerkt is met een primer trekt het vocht ook in de onderliggende dekvloer. Geadviseerd wordt de nodige tijd in acht te nemen  zodat het extra ingebrachte vocht zich kan vermenging met het bindmiddel of als overtollig vocht kan verdampen. Aansluitend is een nieuwe meting aan te raden, zeker in de situatie waarin een primerlaag achterwege is gebleven.  En dan is een minder destructieve meting in deze fase het meest voor de handliggend.
  • Opstookprotocol vloerverwarming:
Bij toepassing van een vloerverwarming geldt een opstookprotocol welke de koper na oplevering dient op te volgen. De ondernemer dient de koper hier tijdig van op de hoogte te stellen. Het gefaseerd opvoeren van de temperatuur voorkomt een te snelle droging met scheurvorming ten gevolge. Het kan raadzaam zijn om voor het aanbrengen van de pvc-vloer/egalinelaag reeds enige tijd de vloerverwarming in werking te stellen zodat eventueel vocht in de cementdekvloer via de bovenzijde kan uittreden. Bij opwarmen zal dit proces sneller plaatsvinden.
Mocht er nog restvocht aanwezig zijn in de dekvloer en de vloerverwarming wordt in werking gesteld nadat de dampdichte toplaag is aangebracht dan zal er eerder een vochttransport omhoog gaan plaatsvinden met negatieve gevolgen voor de pvc-vloer. 
  • Kanalen vloerplaat dichtzetten:
Door het dichtzetten van de kanalen wordt voorkomen dat er vochtige lucht in de kanalen kan trekken en dat er aldaar een condensatieproces gaat optreden. Het dichtzetten kan met geëigende vuldoppen welke door de leverancier van de vloeren worden geleverd of bijvoorbeeld met proppen glaswol. De isolatieplaten in de gevelspouw sluiten onderin de spouw de kanalen niet dampdicht af en zijn hiervoor dan ook ontoereikend.

 
Deze oranje doppen sluiten niet dampdicht af

 
Vulproppen welke speciaal bestemd zijn om de kanalen dampdicht af te sluiten
  • Kruipruimte ventileren (roosters):
Om de vochthuishouding te beheersen en vochtigheid in de kruipruimte te verminderen is ventilatie van de kruipruimte noodzakelijk. Daardoor wordt overmatige condensatie voorkomen alsmede schadelijke gevolgen zoals stank, ongedierte en optrekkend vocht. Ook neemt daarmee de kans op schade door vocht aan de dampdichte vloerafwerking af.
Voor het ventileren van de kruipruimte via het voetdetail bestaan speciale muisdichte roosters (z-vorm). Deze dienen zodanig per gevelvlak geplaatst te worden dat ieder segment tussen de funderingsbalken afdoende wordt geventileerd. Roosters zodanig plaatsen dat er een werkende doorgaande luchtstroom ontstaat die gelijkmatig de volledige kruipruimte (geen dode hoeken) ververst.  Indien de gevelopbouw geen ruimte laat voor de toepassing van de zgn. muisdichte roosters dan adviseren wij speciaal ontwikkelde renovatieroosters toe te passen.
  • Vochtscherm onder de dekvloer:
Omdat de bouwvoorschriften eisen stellen aan de dampdichtheid van de vloerconstructie (begane grondvloer) en deze veelal niet toereikend is zou overwogen kunnen worden om een dampscherm onder de dekvloer aan te brengen in de vorm van een folie of een primer.  Indien folie-overlappende naden aanwezig zijn dan deze aftapen. De dekvloer krijgt daarmee dan het karakter van een zwevende dekvloer aangezien deze niet meer aan de constructievloer hecht. Daarom zullen de eisen aan de dekvloer bij een dergelijke uitvoering nader afgestemd moeten worden op dit losliggende karakter.   

Informatieplicht ondernemer:
  • Hoe ver strekt informatieplicht ondernemer?
In algemene zin is dit een vraag die ondernemers bij veel onderwerpen stellen. Uitgangspunt is dat de koper een leek is en de ondernemer (of diens onderaannemer) de deskundige partij. Informatie welke de ondernemer verstrekt is gericht op het geleverde product, bijv. aangaande de specifieke eigenschappen van het materiaal, evt. noodzakelijk onderhoud dat de koper zal moeten uitvoeren en ook op de mogelijkheden die de verwerkte materialen bieden. Wat mag de koper er van verwachten en welke voorzieningen dient de koper aanvullend te treffen bij volgende applicaties? 
Eigenlijk vergt de huidige situatie met de vele klachtmeldingen over de toepassing van pvc-vloeren meer en duidelijkere informatie waarvan het niveau vergelijkbaar is met bijvoorbeeld de mogelijkheden of beperkingen bij de toepasbaarheid van wandafwerkingen.
 
Enerzijds geldt deze actie dan om de koper te voorzien van bruikbare informatie welke koper in het vervolgtraject kan gebruiken. Anderzijds geeft de verstrekking van zinvolle informatie ook de mogelijkheid aan de ondernemer om er bij discussies in een later stadium  naar te verwijzen en te gebruiken als onderbouwing van een afwijzing.   
  • Voorbeeld tekst te gebruiken als kopersinformatie:
“Tijdens het bouwproces wordt veel vocht in de woning gebracht en dat dient gedurende de beginperiode van bewoning nog uit de materialen te treden. Wij adviseren u om daar rekening mee te houden bij het aanbrengen van wand- en vloerafwerkingen in uw woning. De uittreding van vocht middels een drogingsproces (bijv. bij het verwarmen van de woning tijdens de begin periode van bewoning) kan gepaard gaan met het optreden van spanningen in de materialen en de onderlinge aansluitingen en daardoor kan ongewenste scheurvorming ontstaan. Sommige afwerkingsmaterialen zijn daar extra gevoelig voor. Om die reden werd in het verleden vaak de eerste jaren na de oplevering als wandafwerking bouwbehang toegepast.   De momenteel veelal toegepaste afwerkingsmaterialen zijn meestal hard en broos en daardoor kwetsbaar. Zij kunnen het normaal optredende werkingsproces niet afdoende opvangen zonder dat er een schadebeeld (scheurvorming/onthechting) ontstaat.

Voor wat betreft de vloerafwerkingen is dat vergelijkbaar. De voorkeur gaat uit naar toepassing van dampopen materialen, zoals tapijt met jute rug, naaldvilt, kokosmatten etc. Ook als u een dampdicht materiaal wenst zou te overwegen zijn eerst tijdelijk een dampopen afwerking aan te brengen zodat de vloer de kans krijgt voldoende te drogen. Kiest u toch direct na oplevering voor een dampdichte afwerking (bijv. een pvc-vloer of linoleum) dan dient u of uw vloerenlegger te voorkomen dat er vocht in de dekvloer wordt opgesloten. Ten aanzien van de toegestane hoeveelheid vocht in een dekvloer bij oplevering geldt geen normering. In verband met het voldoende kunnen uittreden van het vocht uit de vloerconstructie voor het aanbrengen van de pvc-vloer altijd een Calcium-Carbid-meting (CM-methode) hanteren en de meetgegevens vastleggen. Om deze reden is tevens het advies om de pvc-vloer te laten uitvoeren door een professionele vloerenlegger.

Ingeval de applicateur specifieke bouwkundige aanpassingen of aanvullingen voor de toepassing van zijn product adviseert zodat daarmee toekomstige schades voorkomen kunnen worden dan verzoeken wij u als koper ons daarvan tijdig in kennis te stellen zodat we kunnen nagaan of die preventieve maatregelen uitvoerbaar zijn en welke kostenconsequentie dat voor u heeft.
Mocht niet tijdig bekend zijn welke vloerafwerkingen u gaat toepassen dan is vorenstaande uiteraard niet mogelijk en kunnen wij daarop dan ook niet anticiperen.”

Verantwoordelijkheidsvraag bij schades:
  • Verantwoordelijkheid van ondernemer jegens kopers:
Er gelden geen normeringen ten aanzien van de hoeveelheid vocht welke in een vloer aanwezig mag zijn bij oplevering. Bij oplevering is deze optisch droog. Daarnaast is het inherent aan de toegepaste materialen en vloeropbouw dat er een werkingsproces optreedt met eventueel enige scheurvorming in de dekvloer. Indien dit beperkt is en het materiaal niet loskomt of afbrokkelt is daarmee de eis van goed en deugdelijk werk niet in het geding en daarmee zijn dan ook de garantienormen niet geschonden.
 
De ondernemer heeft een informatieplicht jegens de koper (zie eerdere informatie in dit artikel). Mocht de ondernemer niet aan de informatieplicht hebben voldaan dan, zo blijkt uit jurisprudentie, zal bij de beoordeling door de arbiter worden bezien in hoeverre het achterwege blijven van informatie doorslaggevend is bij het wel of niet ontstaan van het gebrek en bij het wel of niet hebben kunnen nemen van preventieve maatregelen door partijen. Tevens geldt als toetsingspunt de materiaalkeuze en de wijze van opbouw van het vloerenpakket en of dat is aan te merken als een oneigenlijke constructie. Een arbiter zal iedere situatie beoordelen aan de hand van de wisselende omstandigheden en complexiteit van het geval.

Wij adviseren de ondernemer om aan de koper in ieder geval altijd informatie te verstrekken omtrent de specifieke gebruiksmogelijkheden van het gerede product. Daarmee kan voorkomen worden dat deze lastige kwestie ten nadele van ondernemer uitpakt.
  • Verantwoordelijkheid van applicateur jegens kopers:
Een applicateur heeft kennis van het te verwerken product en zal moeten kunnen aangeven onder welke randvoorwaarden dit verwerkt kan worden. Een pvc-vloer wordt aangebracht op een gerede onderlaag.
De applicateur dient op de hoogte te zijn van de opbouw van de ondervloer en kennis te hebben van de mogelijke aanwezigheid van vocht en kans op scheurvorming in de ondervloer.
De applicateur zal op voorhand de koper moeten wijzen op de risico ’s die de verwerking van zijn product met zich meebrengen.
 
In verband met eventuele preventieve maatregelen zal de koper de door de applicateur verstrekte informatie tijdig aan de ondernemer dienen voor te leggen. Uiteraard kan dit slechts als de keuze voor de soort vloerafwerking tijdig in het uitvoeringstraject wordt gemaakt.
 
Daarnaast zal de applicateur de plaatselijke condities middels meting in kaart moeten brengen en de meetgegevens en meetmethoden moeten vastleggen voordat de vloerbedekking wordt aangebracht.
 
Bij het aanbrengen van de pvc-vloer accepteert de applicateur de ondervloer in de staat waarin deze zich bevindt. Mocht de ondervloer (nog) niet acceptabel zijn voor het aanbrengen van de pvc-laag, dan zal de applicateur de koper daarvan vooraf op de hoogte  moeten brengen. Het komt voor dat de kopers onder tijdsdruk van inrichten en afwerken van de nieuwe woning en ingeplande verhuizing toch voortijdig tot uitvoering van de pvc-vloer laten overgaan waardoor er een verhoogd risico is op schades. Het is de taak van de applicateur de koper daarop te wijzen.
De koper kan dan overwegen om een andere vloerafwerking te kiezen.

Mocht er toch voor gekozen worden om vroegtijdig de pvc-laag aan te brengen, ondanks waarschuwingen van de applicateur, dan trekt de koper de verantwoordelijkheid naar zich toe en zullen applicateur en bouwondernemer dit als extra argument gebruiken om niet ontvankelijk te zijn voor claims van de koper bij schadegevallen.
Woningborg
- Wat doen we
- Nieuws
- Vacatures
- Neem contact met mij op
Contact
Tielweg 24 | 2803 PK Gouda
Postbus 805 | 2800 AV GOUDA
T.: 0182 580004
E.: info@woningborggroep.nl
Volg ons op: